donderdag 24 juni 2010

Een nachtje met mate maar nog steeds fun

Ik weiger categorisch om vroeg te verschijnen in een club. Helemaal in een 24-uursstad als Berlijn is het uit den boze om vroeg te komen. Althans, mits je van plan bent vroeg te gaan. Ik kan me dat wel voorstellen als je iemand bent die na een paar uurtjes slaap gewoon aan het werk verschijnt. Trust me, ze zijn er. Ik zou dat zondermeer doen als ik hier zou leven. Het lijkt misschien heftig maar ik denk dat het een kwestie van gewenning is. Zolang je alles maar in een regelmaat perst. Uiteraard moet je dan niet vergeten die extra noodzakelijke uurtjes slaap erbij te pakken. Net na je avondeten bijvoorbeeld. Artsen zijn er niet dol op maar de slaap die opkomt net na het diner is zo godsgruwelijk lekker, daar kan bijna niets tegenop.
Vanavond draaien Flowing in de Bar25. Het is niet hun eerste keer en zeker niet de laatste, maar nu wat meer officieel mogen zij spelen na (Red) Robin. Als ik rond enen binnenkom zie ik Flowing net buiten de dansvloer van de gezellige binnenruimte van Bar25 staan praten met hun bekende mensen. Ik wil deze magie niet onderbreken dus ik begroet beide met een korte aanraking en loop verder rond de locatie. Ik ga langs de waterkant zitten en kijk naar de overkant. De lucht kleurt mooi paarsblauw en wordt omhoog alsmaar donkerder ten teken dat de oude dag in het westen aan het verdwijnen is. Ik moet opeens denken aan mijn ‘zusje’ Daphne die van plan is samen met haar vriend binnenkort af te reizen naar Berlijn. Ik besluit haar deel te maken van mijn gedachten op dit moment.

**Lieve zus. Zit nu net bij Bar25 waar twee vrienden van mij uit NL een plaatje mogen leggen. Het is redelijk knus en niet te druk. Ik kijk naar de overkant van het water en zie de vooruitgang, zoals dat heet, oprukken in de vorm van drie lelijke aluminium torens met een kraagje van rode lampjes om hen heen. Daarnaast, rechts, zie ik wat ik echt vind passen bij deze stad. Een oude fabriek met een stenen toren. Er lopen een heleboel mensen rond die ik allemaal zou willen leren kennen. Al is het alleen maar omdat het mijn fun is het mooie in mensen te ontdekken. En als dat niet zo is, ben ik er gauw achter en weg! (lelijk van buiten is nog te doen, maar lelijk van binnen, zonde van mijn tijd)
Ik snap nu alweer een stukje van de immense legpuzzel die ‘Myke’ heet. Het feit dat ik zoveel mensen ken en als vriend houd komt gewoon omdat ik als sociaal dier oprechte interesse heb in hen. En zij die ik ECHT in mijn hart heb zitten heten mijn broers en zussen, waarvan jij er één bent. Het zal wel door ons gesternte komen dat jij en ik zo naar elkaar toe trekken, immers elke maagd is automatisch compatible met leeuw. Doet mij overigens meteen denken aan Elise, zij is op de dag 1 jaar jonger dan jij. Niet te geloven hoe wijs jij bent…
Ik sluit deze sms brief naar je af met mijn expressie hoe graag ik jou en Tim hier straks zie. Ik hoop dat jullie er rekening mee houden dat jullie geen tijd hebben voor romance want ik ga al jullie tijd invullen met Myke. Ik ga lekker verder met genieten van mijn nacht. Ene Marian, een Duitse gast-gister-leren-kennen, vraagt mijn aandacht. Die moet ik nog even bewerken. Ben geen attractie. Hah! Ik hou van jullie beiden en sorry, van Snoetske het meest. Have a starlightful journey and C U soon. Immer Liebe…**

Mijn telefoon was met deze sms-brief tellend al bij sms nummer 9 en schakelde automatisch over naar multimediabericht. Handig, dan hoef ik niet moeilijk te doen en komt mijn tekst in één keer aan. Ik kijk vanavond weer in de rondte wie er allemaal zijn voor elkaar. Ik geloof er namelijk niet in dat je met droge ogen kunt zeggen dat je op stap gaat en vervolgens uitsluitend met je eigen kluppie van vriendjes socialiseert. Als je dat wel doet dan ben je niet sociaal of sociaal tot de drempel. Dan ben je, denk ik, bij de voorlaatste halte van autisme beland. Dan kun je net zo goed in je eigen kamertje een diskootje organiseren met je eigen vriendjes en lachen om je eigen grapjes. Ik geloof dat Mister Bean, die vent om wie iedereen wel in een deuk ligt, dit ook altijd doet. Net als dat Jiskefet een uitvergroting is van een belachelijke typering die wij zelf neerzetten. Zodra je met één vinger naar een ander wijst, wijs je met minstens drie naar jezelf. Ik wijs niet…

Mijn rondblik doet mij een meisje opvallen die mij heel Nederlands doet overkomen. Tja, wat is ‘Nederlands doen overkomen’? Voor het gemak zal ik vertellen waar ik dan op gelet heb. De kleding, vrij doorsnee wat ik zie bij NL meisjes, blond haar blauwe ogen. Maar ze is vrij handzaam (petit) en daarnee valt de categorie NL af. Ook NL meisjes en vrouwen horen tot de categorie grootsten der aarde dus ik acht de kans kleiner dat zij daadwerkelijk NL is. Ik dacht dat ik haar gister al spotte in de WG toen ze ook al met een paar vlotte skatertypes stond te praten de hele nacht. Nu doet ze niet anders. Bij toeval raak ik later op de nacht op het terras in gesprek met één van de dude-like type gasten waar ze eerder mee sprak. Hij heet Niels hij stelt mij in verschillende talen enkele vragen. Ik krijg het idee dat hij Vlaams is maar dat klopt ten dele. Hij komt uit Brussel wat hij zodanig anders uitspreekt dat ik liever Bruxelles opschrijf. Niels spreekt verschillende talen vrij goed en desgevraagd vertelt hij mij dat hij pas 20 uur in Berlijn is en al veel heeft gedaan (wat uitgaan betreft). Woonachtig in Berlijn werkt hij als telemarketeer. Daarmee is hij waarschijnlijk één van de happy few. Zoals je weet is ruim 30% van de Berlijnse bevolking werkzoekend. Hij speelt geanimeerd in het Engels voor hoe het straks (hij moet vandaag/morgen werken) op zijn werk zal toegaan. “Goedemorgen u spreekt met Niels ik wil u graag bekend maken met de ICT-oplossingen die ons bedrijf voor u klaar heeft om uw zaken beter te behartigen” Speelt meteen ook de klant in kwestie na:”Ja meneer, ik hoor dat u mooie oplossingen heeft maar u bent de 45e die mij hierover belt. Ik ben het eigenlijk spuugzat dat u mij van het werk houdt met uw zoektocht NAAR werk”. Waarop Niels zegt; “hmm, dan wil ik u erop attent maken dat ik op het punt sta om nummer 46 te worden, goedemiddag”.
Waarop Niels met gevoel voor theater zijn armen spreidend als een vogel meteen doorloopt. Lieden aan de drugs blijven enorm vermakelijk. Oja, en dat meisje, die kwam even gedag zeggen voor zij wegging. Ze is Duitse.

De opengevallen plaats wordt zonder moeite ingevuld door een volgende Alfafiguur, Luke. Afkomstig uit Ierland spreek ik in onvervalst Keltisch de naam van de hoofdstad Dublin uit; Atha Cliath. Heb het niet verzonnen maar fonetisch klinkt het wel zo. Hoe het werkelijk wordt geschreven in Keltisch wijkt ook weer af. Aan zijn tevreden reactie zie ik dat hij het waardeert. Iemand die ogenschijnlijk niets met Ierland heeft die dan zo een word bezigt. Ik had het zelf ook toen ik een Amerikaan vloeiend Sranan Tongo hoorde praten. Flabbagasted was ik. Luke’s eerste in is dat de Ieren van Europa de meest shittiest drugtraffic hebben. Het komt erop neer dat wat het uitgaan betreft in een ander land, de Ieren het meest te winnen hebben. Met andere woorden; zelfs de troep van hier is beter dan de beste dope van Ierland. Ik zie dat ik in elk geval de taalvaardigheid en –nieuwsgierigheid met al deze mensen deel. Marian sprak mij desgewenst aan in vloeiend Duits (is ie zelf) maar ook Frans, accentloos Engels en Spaans behoren tot zijn domein. Deze mensen behoren niet zomaar tot de eerste de beste personen die een (alweer) een nacht op dope uitgaan maar ook meer ‘luggage’ hebben dan het doorsnee dansvloervlees. Luke verbaast mij door ook schijnbaar Moeiteloos de één na de andere Duitse volzin eruit te gooien. Ik zie ook aan hem dat hij heerlijk van het pad is. Draaiende en af en toe ook nog eens loenzende ogen, die zal wel een goede pil hebben gehad. Als je wel eens met echte Ieren te maken hebt gehad dan weet je dat zij een heel mooie vorm van de Engelse taal gebruiken. De ‘r’ rolt wat meer en het word ‘fuckin’ wordt uitgesproken als ‘foeking’. Lekker rauw wat taal betreft maar ook met dito uitstraling. Alsof niets hem kan deren komt weer een andere alfamens tevoorschijn.
Stereoyperend voor iemand van de Britse eilanden is toch wel het aparte gevoel voor humor. We kijken beiden naar de diverse beelden die we waarnemen in Bar25. Een paintbrushed kaal manneke met vogeltenen als schoenen. Smakelijk lachen we om dit beeld. Ik wijs hem op het enorme (nep)schedel van een koe dat boven de club hangt. Onmogelijk groot is waarop zijn spontane reactie is; “Oops, we’re gonna need another trock to move that”.

De gezelligheid van Bar25 valt of staat met de mensen. Zodra de toon teveel ‘uni’ wordt is voor mij ook de lol eraf. Dit punt bereiken we niet eens. Het management besluit zelf ons vriendelijk te verzoeken nou eens weg te gaan. Aangezien de zon aan de voorzijde lekker schijnt in alle glorie is het geen straf. Marian en Luke besluiten door te gaan naar de Golden Gate. Dat is voor mij letterlijk een brug te ver. Ik loop even met ze mee in de richting van de Golden Gate. In een rustig wandeltempo onder de warme deken van de zon. Onderweg is er een Burger King die volgens Marian open is. Een maaltijd daar lijkt mij uitstekend geschikt om mijn brakke dag te ‘ontbrakken’. Zover kwam het niet. Toen ik bij de Burger King aan het wachten voor de opening viel het kwartje. Waarom rommel eten terwijl ergens in Kreuzberg een warme bakker net open is met vers brood! Of eigenlijk… zover komt het niet. Ik heb gewoon nog geen honger. ik heb zin om dit alles op te schrijven…

woensdag 23 juni 2010

Mijn ministad, of wijk, heet Kreuzberg

Vandaag heb ik geen zin. Geen zin om te douchen en zelfs niet om te eten. Nee, ik vertel het niet goed, ik ben lui. Gewoon te lui om te douchen en te lui om eten te koken. Ach, Berlijn is goedkoop dus een keertje buiten de deur eten zal me niet bankroet maken. Terwijl ik opsta bedenk ik me dat het eigenlijk met dit klamme weer best lekker is om een bad te nemen. Immers ik heb hier de luxe dat de douche niet werkt. Op de een of andere miraculeuze wijze komt er wel heet water door de kraan van het bad maar is het niet mogelijk als ik het haantje naar boven schakel. Dan maakt een koude douche een abrupt einde aan de wens om te douchen. Ik loop naar de badkamer en draai de kraan alvast open. Ondertussen leg ik de kleren die ik aan zal doen naar buiten klaar. Ik rommel nog wat en schenk wat shampoo tussen het wild stromende water door. Ik hoor het je al zeggen; “shampoo is voor het haar”. Ik weet het maar ik ben een jongetje, misschien een jongetje plus die zich iets meer verzorgen zal dan de gemiddelde vent, maar ik baad inderdaad ook met shampoo omdat die lekker ruikt. Als ik uit bad kom moet ik lekker ruiken ten bewijze dat ik fris ben. Kort en misschien vind je me simpel maar ik ben eerlijke tegen je. Door mijn dralen loopt het bad iets voller dan ik had verwacht. Had ik de kraan nou zo hard open staan? Meteen koud water erbij en het feest kan beginnen. Heerlijk een half uur weken in het water, mezelf ondertussen insoppen met, jawel, shampoo.
Van contact met water ontstaat bij mij altijd honger, dat was vroeger met schoolzwemmen in het Zuiderbad ook al zo en is met een heerlijk bad niet anders. Je moet weten dat mijn dagen zo ongelovelijk uit de voegen zijn gerukt dat ik een wekker ga nodig hebben om alles weer in goede tijdsorde te krijgen als ik terugga. Ik werd wakker om twee uur in de middag, nadat ik tot drie uur vannacht had zitten tikken. Om vier uur in de middag had ik dus mijn ‘ochtendritueel’ met het bad en nu pas, negen uur ‘s avonds ga ik de straat op. Dit moet ik thuis niet flikken. Dan word ik afgestraft door gesloten winkels, kan ik doorlopen naar de veel te dure avondwinkel en ga maar door. Nee, hier is de economie ingericht voor mensen als ik. Bijna twentyfourseven kun je hier vanalles krijgen. Ik besluit om mijn luiheid voor deze keer maar te belonen en ga een snack halen even verderop in de straat. De hoek om naar rechts, Kreuzbergstraße, even oversteken en daar staan al de eerste kraampjes. Vorige week haalden Nic-lai, Wouter en ik hier gekoeld bier voor minder dan een euro per flesje dus mijn platte ritsportemonnee kan niet veel platter worden hier. Na met gepast geduld te wachten voor het rode licht steek ik over. In Amsterdam kijk je wel beter uit met je tijd, rood verkeerslicht betekent voor de voetganger of de fietser; immer gerade aus. Oftewel doorlopen, er komt toch geen verkeer. In Berlijn lijkt het ook zo, maar schijn bedriegt. De ‘Bullen’ (straatnaam voor politie) bekeuren je hiervoor zonder pardon. Ze keren zelfs de auto om je te vangen. Daarnaast verkijk je je als plattestadbewoner gauw op de afstanden op de heuvels. Een auto in de verte komt opeens veel sneller dichterbij dan je inschatte. Rennen wil je niet, teveel gedoe kortom. Ik wachtte geduldig en stak over. Immers mijn doel is in zicht en zij blijft wel open.
Eenmaal gearriveerd kies ik voor de befaamde currywurst, wetende dat ik het na een paar happen wel zat zal zijn. De vrouw die mij helpt doet mij Indiaas overkomen. Ik krijg meteen een thuisgevoel, immers mijn moeders’ familie komt er vandaan. Dat maakt van mij dus ook min of meer een Indiase dude. OK, half of kwart dan. Het blijkt opeens erg koud te zijn geworden en ik bemerk dat ik wat kledingkeuze betreft iets te optimistisch was. In mijn polo-tje met daar overheen mijn Jamaica trainingsvestje. Geen das zoals je van me gewend bent maar een kort lullig kraagje. Mennnn… wat is het fucking kouddd. Aan haar kraampje heeft de mevrouw een soort tentzeil vastgeregen. Er ligt een dak op en dat maakt het wat mij betreft een soort binnen. Ik nodig mezelf vriendelijk uit en zie dat haar echtgenoot ook aanwezig is samen met een blanke Duitse man. Ik weet niet Waarom, maar ik krijg direct het gevoel dat het wel OK zit met die tent. Gekleurd en ‘native Duits in een tent en ze kijken naar Engeland tegen Algerije. De Duitser zit rechts van mij en voor mij tegen de muur zit de man van de uitbaatster. Hij vraagt in het Duits aan mij of ik Algerijns ben waarop ik direct met ‘nee’ antwoord. Hij vraagt door en ik mag gniffelend ook deze mensen vertellen dat ik uit Amsterdam kom. Gniffelend omdat ik in Barcelona meteen de nieuwe vraag er overheen kreeg. “OK, wat is dan jouw afkomst?” Niemand gelooft namelijk dat ik uit Amsterdam kom. Het wordt geloofwaardiger als ik, in hun ogen zo lekker Duits spreek, maar ook dit roept dan weer meer vragen op. Ik mag nu dus gaan uitleggen waar mijn ouders dan vandaan komen en werkelijk alle 5 de bloedlijnen (Portugees, Hindoestani, Indiaan, Afrikaans en Duits) komen aan bod. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is vertelt de beste man van de uitbaatster desgevraagd dat hij uit Turkije komt en al 35 jaar in Berlijn woont. Ik krijg de mooiste verhalen te horen over Istanbul en ik weet het nu zeker, ik ga mijn vriendin Ahu Lea Bakir daar heel gauw opzoeken. Geanimeerd vertelt de beste man hoeveel vis hij wel niet op een nacht uit de Zwarte zee heeft meegenomen per taxi. En dat hij die (wel honderd kilo) vis in delen 5 trappen op heeft gesjouwd om dit vervolgens in de badkuip bij zijn ouders te dumpen. Dit is echt te grappig en ik geloof de beste man ook nog, Waarom zou ik hem niet geloven. Ik vermaak me prima en de beste man ook zo te horen. De Duitser in ons midden gaat na de droevige WK-vertoning van de Engelsen op weg naar huis. Er komen wat hangjongeren die af en toe iets bestellen. De wind blaast gemeen en de kastelein besluit mij te beschermen tegen de straffe wind. Hij rijgt de tent helemaal dicht met mij erin. Ik krijg mijn bakje currywurst met pommes frites zoals ik wilde. Het smaakt me zeer goed. Honger maakt… nee grapje. Het was gewoon echt lekker. Alleen ik heb door dat de saus vaak de boosdoener is. De vrouw loopt weer naar haar ‘loketje’ en ik kijk welke hangjongeren er zijn. Ik zie een paar jeugdige smoeltjes van wat jongens en meisjes. Hah, dezelfde leeftijd als die ik les heb gegeven bedenk ik mij. En zonder dat ik het doorheb controleer ik toch stiekem of ze geen biertje of sterke drank kopen. Dat wordt namelijk ook door de beste mensen verkocht. Ik lees een bordje waarop staat dat onder de 18… het is goed.
Opeens zwaait de tent, of hoe je het bouwsel mag noemen open en er komt een andere Duitser binnen. De man ziet eruit alsof hij een goede slok heeft gehad maar toch ruikt hij niet naar alcohol. Hij stelt zich voor als Harald en ik luister naar zijn geanimeerde verhalen over kapitalisme. Ik bemerk dat ik hier te maken heb met een rasechte socialist. Ik voel mij thuis. Amper drie minuten lopen van mijn huis al zo’n mooie mini-gemeenschap met zoveel mensen binnen bereik. Allemaal mensen met een eigen verhaal. Ik bestel nog een Dürüm en een Bionade. Ja met al dat vetgeweld wat ik naar binnen heb zitten werken moet ik mijzelf ook weer het gevoel verschaffen dat ik het niet totaal verkeerd heb gedaan. Harald is een lange man met donker haar en een en fancy (hippe) bril. Desgevraagd (ik word werkelijk door iedereen aan een vragenvuur onderworpen) vertel ik Harald hoe oud ik ben. Maar niet vóórdat hij het met raden mocht proberen. Heerlijk, ook de beste Harald zat er tien jaar onder. Nadat ik heb verteld wat mijn taak dan wel niet is in Berlijn als geboren Amsterdammer, word ik door de kastelijn uitgenodigd vaker te komen eten. De man is net zo oud als mijn vader en ik begrijp ook meteen welk hartelijk gevoel hij hiermee wilde uitdrukken. Zijn vrouw, ook één en al oor toen zij hoorde van de afkomst van mijn zaliger moeder (Hindoestani), knikte instemmend. Ik nam afscheid van de beste mensen en weet zeker dat ik al mijn zoveelste stamtentje heb gevonden. Al zal ik er niet vaak eten, ik zal er zeker vaker langs gaan voor wat drinken (biertje halve liter voor € 1,40) en een praatje. Dat is nou mijn buurtje hier in Berlijn. Zo groot is de stad toch eigenlijk ook weer niet…

dinsdag 22 juni 2010

For the love of people, music and the sun

Patrick had me in de Berghain verteld dat hij vorige woensdag moest draaien in de Watergate. Het leek hem leuk als ik zou komen kijken op zijn avond waarop hij bovendien een DJ uit Hamburg uitgenodigd. Hij zou zelf afsluiten en ik mocht dit niet missen. Redenen genoeg om niet af te zeggen en maar ‘langs te gaan’. De Watergate is met afstand de tweede mooiste club van Berlijn. Maar als je van chique houdt dan komt ze bovenaan in de lijst. Gelegen aan de zuidoever van de Spree net op de grens tussen de buurten Kreuzberg en Friedrichshain. De club heeft twee verschillende niveau’s. De grote zaal van de club is altijd in de weekenden open en die bevindt zich boven. Als je een hekel hebt aan spots die in je ogen schijnen dan zul je hier wel thuis voelen (ik ben er zo eentje). Slechts enkele spots worden gebruikt omdat de club namelijk een plafond heeft met ingebouwde lichtinstallatie waarmee tijdens de DJ-sets echt amazing shows worden gegeven. Dan heb ik het nog niet gehad over de geluidsinstallatie. Zelf ervaren kan ik slechts adviseren. Redenen genoeg om langs te gaan. Oja, over het langs gaan; vrijwel iedereen komt er binnen zolang je maar een lange adem hebt. Er staat in de weekenddagen vrijwel altijd een ‘Schlange’ van één tot anderhalf uur. De benedenruimte, Waterfloor, is een heel mooie en lichte ruimte omdat het gebouw in zijn geheel aan de waterkant voorzien is van glas, veel glas. Dit levert ‘s nachts een fantastisch schouwspel op met het uitzicht op de Oberbaumbrücke, een mooie brug met veel torens die F’hain en Kreuzberg met elkaar verbindt. Aan de andere kant van het water zie je F’hain liggen met langs het water de bedreiging voor de ontwikkeling van Berlijn in de nacht (door sommigen ook wel de vooruitgang genoemd). En last, but not least, het waterterras. Een terras met veel zitruimte om even te chillen, jammergenoeg hoor je dan ook weinig tot geen muziek meer. Maar een prima tussenstation als je op weg bent naar huis.
Eenmaal in de WG bevond ik mijzelf tussen alleen maar Duitse en andere mensen dan Nederlanders voor de verandering. Heerlijk, want nu kan ik meteen mijn Duits goed laten inslijten opdat mijn voorsprong in september flink is. Ik maakte kennis met de directe vrienden van Patrick en zijn broer. Allemaal mensen uit Aschaffenburg die een nachtje Berlijn wilden doen voor hun makker, Patrick, die mocht ‘auflegen’ in WG. Onder hen ging mijn aandacht in het bijzonder naar Sabrina, een dametje met een keurig Duits kort kapseltje. Hoogblond met heel apart schoeisel aan haar voeten met keurig gelakte nageltjes. Wat zij aan haar voeten droeg was een kruising tussen een sandaal en een laars. Ik moest even aan haar kwijt dat ik vond dat het haar erg leuk stond. Uiteraard komt dan het moment dat we dit schoeisel gingen benoemen. Zonder enige twijfel kwam de naam ‘stiefsandal’ eruit. Gelijk de fysieke kruising van een laars en een sandaal werden ook de namen gekruisd. De nacht gaat voort terwijl ik alle aanwezigen heel relaxt observeer.

Ik sta achter de DJbooth in de benedenruimte en heb daarmee perfect zicht op alle aanwezigen op de dansvloer. Net op het moment dat het mij opvalt dat sommige werkelijk op hun tandvlees lijken door te dansen komt er een type op mij af. Hij wilde even kwijt dat deze nacht meer mensen nodig had zoals hij en ik. In mijn enthousiasme voor muziek wil er met een goede track in het oor nog wel eens een kreet uit mijn mond komen. Uiteraard gevolgd door een tevreden blik dat het leven zo mooi mag zijn op dat moment. Kritisch probeer ik, heel bescheiden, nog de andere overgebleven feestvierders te verdedigen. Waarom? Vraag ik, doelend op het feit dat in deze scene een ieder feest zoals hij/zij dat zelf graag wil. De beste kerel vertelt me zonder aarzelen dat iedereen maar een beetje heen en weer wiebelt al dan niet op de maat, terwijl enkelen ook echt de sfeer kunnen voeden. Glimlachend en uitbundiger dansend, en daarmee de omgeving wat meer betrekkend bij de eigen beleving. Mooi argument, denk ik bij mijzelf. En de type is alweer gevlogen op de maat van de muziek die drijvend doorbeukt. Het is ochtend, officieel, want de zon krijgt steeds meer vat op de nacht. Het IS al dag, ook al ontkennen we het graag en leven we eigenlijk liever in het nu. Het nu is voor wie in de nacht is begonnen nog altijd nacht. Gregor, een gezellige dikkerd, ook een vriend van Patrick, zit zo hoog in zijn energie dat hij aan zijn behoefte, licht op de dansvloer door te laten, gevolg geeft. Zachtjes trekt hij de zware gordijnen van de raamzijde open Met een luid applaus worden de zonnestralen ontvangen door de bewoners van de dansvloer. Even rap verdwijnt het enthousiasme hierover weer als blijkt dat de zon echt fel en heet is zo vroeg in de ochtend. Watergate ligt in een bocht in de Spree direct met het gezicht naar het oosten. De eerste zon krijg je daarmee ‘voll ins gesicht’.
In mijn rondblik valt mij iemand op die ik later zou leren kennen als Marian. Ik weet het, de naam doet vrouwelijk aan maar het is toch echt een gast. Met zijn zonnebril op doet hij zijn danspasjes. Ik zie hem zichtbaar genieten. Ik heb hem vaker gezien en weet dat ik hem nog een paar keer zal tegenkomen. Ik besluit er voor deze nacht/ochtend een eind aan te breien. De Watergate zal niet stoppen dus moet ik hier maar de leiding in nemen. De zon, waar eigenlijk alles om draait, wordt een steeds serieuzere factor om rekening mee te houden. Ik wil deze zon eigenlijk ook best beleven in niet in mijn nest aan mij voorbij laten gaan. Ik voel de kracht in mij opkomen om hier een mooie beslissing te nemen. Ik ga weg, ik ga direct naar huis, neem een heerlijk bad. Trek verse kleren aan en andere schoenen. Ik pak mijn parkkleed in mijn rugzak, stop die vol met wat eten en veel drinken. En last but not least, ik neem mijn boxjes mee om de muziek op mijn telefoon wat meer body te geven als ik straks in het gras ga liggen. Dat wordt de mooie nieuwe dagbesteding.
Grashangen…

maandag 21 juni 2010

Mag ik je even voorstellen? Dit is Berlijn!

Berlijn is met haar bijna 900km2 en haar bijna 3,5 miljoen inwoners de op één na grootste stad van Europa. Binnen Duitsland is zij de enige stadstaat sinds de jaren ’20 van de vorige eeuw. De stad wordt geregeerd onder een SPD burgermeester die een SPD/Linkse regering heeft gevormd. Uiteraard is Berlijn de grootste stad van Duitsland maar zij is pas sinds de vroege jaren ’90 van de vorige eeuw ook weer de hoofdstad. Sinds de tweede wereldoorlog zat Duitsland in het ‘strafbankje’. Toen voor de tweede keer. De eerste wereldoorlog, ook toegeschreven aan Duitsland, leverde een hoge staatsschuld op voor Duitsland. De herstelbetalingen die zij moest doen zorgde voor onvrede en was daardoor direct de voedingsbodem voor het succes van de nazi’s in het Duitsland van de jaren ‘30. Het laatste strafbankje (scheiding van Duitsland in oost en west) zorgde uiteindelijk voor een maatschappij die vrij uniek is in de westerse wereld. Duitsland was gescheiden en het westelijk deel ontwikkelde zich gelijk een westers land met een hoogstaande economie. Het had een leger dat zich (liever) niet moest tonen buiten de grenzen. Duitse soldaten waren taboe sinds WOII.

Onder tussen ontwikkelde Oost-Duitsland zich als een mono-economie binnen een oostblok waarbij zware industrie de boventoon voerde. Veel staal en mijnbouw. Berlijn werd, als hoofdstad onder de nazi’s, ook verdeeld en kwam in 4 delen toe aan de Engelsen, Fransen, Amerikanen en Russen. Nadat de Amerikanen de kernbom hadden ontwikkeld was er voldoende grond voor wantrouwen tussen de geallieerde grootmachten. Dit wantrouwen kreeg vorm in de koude oorlog en de uiteindelijke bouw van de beroemde (beruchte) Berlijnse muur. Achter de muur (afhankelijk van hoe het perspectief is) werd mij geleerd, dat het leven somber, monotoon en onderdrukt was. Aan de westkant was alles mogelijk en groeiden de bomen tot in de hemel. Na de open wereldpolitiek onder Michail Gorbatsjov viel de muur uiteindelijk.

Deze gebeurtenis heeft op vele Duitsers maar ook op mijzelf een enorme impact gehad. Waar de Duitsers spraken van een hereniging zag ik al gauw de gevolgen. De munteenheden waren toen nog D-mark en Ost-mark. In het westen was woningbezit normaal en kon men zo gauw men wilde bijvoorbeeld een auto aanschaffen. In het oosten was het daartegen een sterk geregelde economie waar de vraag werd gestimuleerd aan de hand van opgelegde productie. Dat kwam neer op niet teveel produceren omdat er geen voorraad mocht ontstaan. Zodra bijvoorbeeld de auto stuk was en niet meer te repareren viel moest een nieuwe worden aangeschaft en daarvoor stond men op een wachtlijst. Best vreemd als je dit anders gewend bent. Al gauw ontstaat het beeld hoe men de Oostduitsers zag. Arm, hulpeloos en misschien wel onderontwikkeld. Niet zo vreemd dat het socialisme het in deze stad goed doet. Maar ook het rechts extremisme.

Je kent mij als het no-nonsense-type. Ik roep altijd dat ik nooit racisme heb meegemaakt. Geloof me dit is echt zo. Tot het moment dat ik vorige maand redelijk kort was (beter bekend onder de term ‘uit de naad zijn’) en door de heerlijke middagzon Bar25 verliet. Dat Berlijn groot is heb ik je al beschreven. Nu wil het feit dat Bar25 precies tussen twee metrostations in ligt. Lopen kost sowieso onder deze omstandigheid minimaal tien minuten dus ik ging ervoor. Uiteraard koos ik voor de halte die het dichtst bij lag in de richting van mijn verblijf. Ik hoop dat je me nog kunt volgen. Dat zou dan de halte Ostbahnhof zijn. Met een mooi zonnetje die mij aaide in het gezicht liep ik dus vrij kort van bewustzijn naar Ostbahnhof. Ik kende de weg daar niet omdat ik niet eerder dit station van binnen of buiten heb gezien. Ik liep dus op gevoel, maar koos vanzelf de langere weg. Ik zag het gebouw opdoemen. Het deed me een beetje denken aan de vertrek/aankomsthal van schiphol. Ervóór loopt een brede eenrichtingweg en ik zag enkele taxi’s wachten en voorbij rijden. Dat moest het station zijn. “Nog een paar stappen en ik kan lekker zitten op weg naar mijn halte, Yorckstraße”, dacht ik. Ik liep naar de band van de weg maar moest door een flinke groep mensen zig-zaggen om over te steken. Moeiteloos zonder tegen iemand op te botsen, in deze toestand redelijk logisch, stak ik over en wachtte nog een momentje voor een voorbijrijdende taxi. Met het doel in zicht steek ik verder over en op het moment dat ik de stoep aan de andere kant bereikte hoorde ik een vrouwenstem iets in het Duits roepen. Zoals je weet ben ik bezig deze taal te leren dus automatisch spitsten mijn oren om dit toch best luide schrille geluid op te vangen en er iets van te maken. Ik wist niet wat ik hoorde, althans of het werkelijk zo was wat ik dacht te horen. Ik moest een ander hulpmiddel bijschakelen ter bevestiging van het gehoorde en bemerkte dat mijn gang vanaf de andere kant best wel hachelijk was. Ik herhaalde het nog een keer in mijn hoofd; “Guck mal was jetzt auch noch in Berlin gibt!” Ik vervolgde onveranderd van tempo mijn doel, de metro die mij naar Yorckstraße brengt. Ondertussen keek ik nog eens, maar nu met waarnemende ogen om te ontdekken dat ik gewoon doodleuk tussen een groep bankhangende neonazi’s door was overgestoken. Eén van hen had dit, helaas voor haar, te laat opgemerkt maar moest dit nog wel even melden. Luidkeels, welteverstaan. Ik ben geen poeperd mag je weten, maar ik ben ook niet gek. Twee, misschien drie van die lieden daar wil ik nog wel stand tegen houden als het misloopt. Maar dertig man, heet zelfmoord. Doorlopen dus!
Ik liep het stationsgebouw met de glazen façade binnen. Ondertussen nog wel af en toe opkijkend of ik niet gevolgd werd, en ja hoor. Ik zag de ‘stoersten’ onder hen mij vanaf de andere kant van de straat door de ruiten heen kijkend mij volgen met de ogen. Ik vermoed dat er zelfs een paar overstaken waarop ik meteen dacht aan wie o wie mij hier zou bijstaan als het zover zou komen. Geen prettig gevoel, kan ik je vertellen. Op dat moment ben je echt op jezelf aangewezen. Ik versnelde mijn pas wat in de richting van, desnoods een metro, maakte niet uit welke kant op. Ik zag dat ik de juiste kant opliep voor de ringlijn richting Warschauer straße. Ik mocht Gelukkig door de maandagdrukte in enkele gangen heen en wist dat dit dan weer net even teveel moeite zou zijn voor deze lutsers. Ik was veilig en uiteindelijk ben ik ook in goede staat thuis aangekomen. Dan heb je het over Berlijn maar voor het gemak vergeten we dat dit óók Berlijn is, of kan zijn want je komt ze niet overal tegen. Hoe meer je in het oude oosten de rand van de stad opzoekt, hoe groter de kans is dat je ze tegenkomt. Al blijven het enkelen, het zijn er toch altijd teveel. Meteen vroeg ik mij af hoe dit mogelijk is. Na een oorlog waarbij Duitsland door de Volkerenbond (nu VN) wereldwijd terecht werd gewezen, wagen enkelen het opnieuw zich te verenigen met als doel vernietiging of uitsluiting op grond van uiterlijke kenmerken.

Een vriendin van mij hier in Berlijn wonend is twee jaar klaar met haar studie. Zij heeft een academische opleiding in de mode met succes afgerond. Twee jaar lang zoekt zij zich een slag in de rondte. Helaas vindt zij geen passend werk. Zij werkt nu in één van de leukste clubs van Berlijn en verricht daar werk dat ver beneden haar niveau is. Niveau van kennis bedoel ik hier natuurlijk. Dat is voor haar de oplossing maar de realist in haar vertelt dat zij misschien wel naar een ander land zal moeten verhuizen als zij werk wil hebben. Ik kan me er alles bij voorstellen als je jouw geboortestad waar je zo graag woont zou moeten verlaten om het hoofd boven water te houden. Maar er zijn ook zij die minder keuze hebben, minder kansen op werk omdat de genoten opleiding te laag is. Voor hen bestaat de optie om over de grens te zoeken misschien niet eens. Natuurlijk worden overal mensen gezocht voor werk, maar als er voor de functie die jij wilt bekleden 23 jonge mensen worden geïnterviewd dan vallen de laagste opleidingen af. Dat gebeurt ook in Nederland. In Nederland hebben we dan gelukkig ook geen werkloosheidspercentage van 23 tot 25%. Ter vergelijking; wij hebben een ‘relaxte’ 8% gemiddeld in de grote steden die lager is in de minder grote steden. De WW-uitkering bedraagt grofweg € 900,- per maand als je nog onder de 23 jaar bent. Hier in Berlijn mag je het doen met € 500,-
En toch draaien de meeste clubs hier bijna 24/7, nouja geflatteerd zijn ze dagelijks open. Je komt er veel Duitsers tegen. Logisch, het is hun stad in hun land. Als ik compleet uit me reet ga in een club, waar dan ook, dan is de volgende dag werken geen optie. Zo ook voor de gemiddelde Berlijner. Kun je het al berekenen? De kans is groot dat als je iemand de vraagt stelt wat hij/zij doet voor de kost je een leugen te horen krijgt. Een ongemakkelijke glimlach omdat ze dan liever niet vertellen dat ze borden uitserveren in een restaurant kan ook tot de opties horen. En toch draaien de clubs…

Mijn ontdekking levert veel op over de mensen die deze stad maken. Dat zijn wij zeker niet. Wij, de toeristen geven lekker uit. Wij komen hier om geld te ‘verbranden’ en het grote leven te leiden. Chique te doen en vooral foto’s te maken van alles om te tonen waar wij wel niet allemaal geweest zijn. Die foto’s op het profiel van Facebook te posten en zo misschien wel indruk te maken. Wij zijn echt totaal anders, wij zijn verwend, strontverwend. Zum kotzen vaak, zo verwend. Terwijl we ons dan best vaak ergeren aan buitenlanders (D, F, GB, en vooral I) die ons op afterhour parties om sigaretjes vragen. Wij hebben in onze verwendheid niet eens door dat de Berlijner het stiekem best moeilijk heeft in zijn leven. Wat dacht je van ‘gentrification’? In Amsterdam is het process naar mijn schatting al op driekwart van de voltooiing. Of er een plek op aarde is die volledig gentrificated is weet ik niet, misschien goed om daar eens onderzoek naar te verrichten. Maar in Amsterdam klagen we nu dat de woningen, betaalbare woningen zo schaars zijn. We studeren hard met als doel; geld verdienen. Het liefst bakken met geld. Ik zie vrienden met een middelbare opleiding de stap maken naar hoger of universitair onderwijs. Doel? Meer geld verdienen. Ondertussen gaat er weer een club weer open op maandag of dinsdag. En terwijl jij je afvraagt Waarom dan, Waarom tref ik er weer Duitsers aan? Bedenk dan dat er aardig wat niet uit Berlijn komen, zelf in de club of een andere club werken, of gewoon werkloos zijn. De Berlijners die ik hier meemaak kiezen. Zij kiezen niet voor verzuring thuis met de TV aan. Zij gaan liever uit hun dak, letterlijk. Met lekker veel drugs. Door de dope kunnen ze even genieten van leuke momenten uit de ellende. Als jij iets van drugs gebruikt of het ooit hebt gedaan, dan doe je dat toch ook om ‘iets’ te vergeten? Of niet soms? Op een feestje, lekker niet aan lelijke dingen denken. Het hoofd leegmaken na een stressvolle tentamenperiode. Zo ook kiest de Berlijner voor de chemische verlichting, liever dan voor somberheid. Ik snap nu waarom de beroemde woorden; ”Ich bin ein Berliner” nu meer gelden dan op het moment dat ze door Kennedy werden uitgesproken. De Berlijner leert mij bescheidenheid. Een stapje terug te doen als mijn borst weer naar voren komt omdat ik misschien wel denk dat ik het ‘goed doe’. Ik doe misschien veel goed, maar ik ben verwend. Jij ook, wij allemaal zijn verwend. We vliegen naar arme landen om ons geld te verbranden en dat is op zich goed. Geld moet rollen, anders waren onze munten wel vierkant. Wij mogen een beetje meer of langer nadenken bij wat we doen en wie we daarbij ontmoeten. De mensen om ons heen zijn geen figuranten in jouw film, het zijn allemaal spelers, WIJ zijn allemaal spelers in een grote film. De Berlijner leert mij dat die film liever een komedie kan zijn dan een drama…

zondag 20 juni 2010

Mijn dank vóóraf en de afspraken die ik met je maak.

Het is alweer een tijd geleden dat ik mijn waarnemingen over de dingen des levens op papier deed belanden. Het had ook wat voeten in aarde om het weer te laten gebeuren. Om precies te zijn, ik was mijzelf even kwijt. Niet dat ik schoenloos en ongewassen door de straat liep te roepen in een onverstaanbare taal. Nee, ik wist even niet meer wat ik aan moest met de ontwikkelingen die de nieuwe tijd ons gaf en nog immer geeft. Ik nam, en neem nog altijd, dingen waar die ik niet kan bevatten. Simpelweg omdat je het niemand met droge ogen zonder dat het vragen oproept kunt uitleggen. Waarom gebeurt dit en hoe staat het dan in verband met dat?
Het heeft te maken met de stad, de steden Amsterdam, Berlijn maar ook met een stad als Barcelona. Het heeft te maken met mensen en niet zomaar mensen maar ook meteen met mensen die ik min of meer dicht bij mij toelaat. Of moet ik soms zeggen dat zij mij dicht bij hen toelaten?

Zoals het gegeven wil zal ik allereerst met wat feiten strooien. Wie of wat mijn bronnen zijn doet er niet toe. Je hebt het maar te doen met deze narcist pur sang, je kent me. Ik lul nooit uit m’n nek. Ik zal hooguit eens iets zeggen dat ik eerder denk of voel en dan zal ik het ook zo benoemen. Voor het overige hoef je geen onderzoek te plegen en kun je het gewoon van mij aannemen. Ik zal mijn bronnen ook zorgvuldig afschermen tenzij ik de noodzaak voel ze te vermelden. Aangezien dit een waarneming wordt vanuit mijn referentiekader dus geen tot weinig bronnen. Voel je de behoefte om hierop te reageren, dan verzoek ik je de regel agree-to-disagree toe te passen opdat je mijn vriend danwel vriendin zult blijven. Het ergens over eens zijn ligt ten grondslag aan het gebruik van eigen kennis en het toepassen hiervan.

Deze blog, verhaal of hoe je wil staat geheel in lijn met mijn mening over zaken zoals ik die beleef vanuit mijn referentiekader. Snap je niet helemaal wat ik bedoel dan staat het je vrij om mij hierover aan te spreken en de vragen te stellen die je bezighouden. Uiteraard staat het mij ook vrij om te weigeren die vragen te beantwoorden. Als je mij goed kent dan weet je dat ik in dat geval op dat moment niet in de mood ben de vraag fatsoenlijk te beantwoorden. Redenen als; ‘niet het juiste moment hiervoor’ en ‘geen tijd’ kunnen ergernis wekken. Ik besef dit heel goed. Echter, de vragende partij dient zich ervan te gewissen dat het een vraag heeft gesteld. Daarop kan de bevraagde naar mijn mening alle antwoorden schuldig zijn. Ik zal je niet al te lang in het ongewisse laten en gauw (mits niet vergeten door mij) van het passende antwoord voorrzien.

Het is geen makkie om te schrijven Hoewel ik het schrijven zie als mijn uitlaatklep. De zinnen moeten lopen en verderop in het verhaal moet ik geen tegenstrijdigheden vermelden. Ik hoop dat jullie tijdens het lezen hiervan rekening zullen houden met het feit dat ik: A. niet blind typ en B. (nog) geen schrijver ben. Voor het overige ben ik zeker niet allergisch voor feedback. Ik zal je hiertoe een pedagogische truc leren. Een compliment maak je publiekelijk. Het effect hiervan is dat degene wie het betreft hiermee ‘als een speer zal gaan’ en mogelijk nog meer goeds van zich zal laten zien. Immers je hebt positieve gestimuleerd. Een correctie daartegen maak je privé. Waarom zou je iemand publiekelijk aan de ‘schandpaal’ nagelen? Je loopt dan ook meteen de kans een gigantische lul gevonden te worden. Gelukkig leef ik in een maatschappij die voor constructie is en ga ik er vanuit dat dit alles netjes door een ieder wordt toegepast. Ik vind het al reuze, giga, fett, cool en noem nog maar wat super- en hyperlatieven, dat je de tijd wilt nemen deze blog te lezen en daarmee een kijkje in mijn hoofd wilt nemen. Een kijkje door de ‘roze’ bril van een ander, van mij. Ik voel mij vereerd en beloof je dat je het geheel uit zult willen lezen. Ik zal mij niet schuldig maken aan wetenschappelijk mumbo jambo omdat het niet in mijn straat ligt. Wat in jouw straat ligt, ligt waarschijnlijk ook in het mijne. We leiden vaak dezelfde levens en vinden vaak ook dezelfde dingen. Mogelijk houden wij ook van dezelfde mooie dingen in het leven en zelfs ook van dezelfde muziek. Muziek is ook wat ik je adviseer op te zetten tijdens het lezen. Dit doe ik ook tijdens het schrijven, en weet je wat? We hebben dan eigenlijk al meteen de eerste interpersoonlijke verbinding. Muziek, als een dieprode draad door ons leven…

zaterdag 19 juni 2010

Afspraken

Ooit is afgesproken dat een jaar twaalf maanden duurt met in deze maanden afwisselend dertig en één-en-dertig dagen. Hoe zit het dan met die ene maand van achtentwintig dagen? Die om de vier jaar een (schrikkel)dag erbij krijgt? Wist je dat wetenschappers het voor elkaar krijgen om daar periodiek weer een schrikkelseconde aan te laten toevoegen? Aan onze beleving van tijd? Hoe vatten wij tijd? We hebben dagen van vierentwintig uur van elk zestig minuten. We gebruiken vaste momenten om te eten, werken, feestvieren en te slapen. In ons leven hebben wij min of meer afspraken gemaakt. Heb jij voor het leven langs deze afspraken getekend? Exact, ik heb ook nooit getekend. Waarom zou ik tekenen voor een leven langs tijdpaden die 'men' ooit heeft afgesproken? Ik heb lang, lang geleden met mijzelf afgesproken te leven zoals ik het in orde vind. Als ik om 03.32hrs (in de nacht) de urge krijg om pannekoeken te bakken en deze op te eten dan doe ik dat. Uiteraard zal ik rekening houden met mijn medemens, ik leef immers niet alleen op deze aarde. In mij leven ontmoet ik veel mensen, omdat ik de volle vierentwintig uur van de dag beschouw als de levenstijd. Ja, zelfs in mijn slaap kom ik ze wel eens tegen. Maar bovenal, ik kom ze ook (very much alive) tegen in de nacht. Die nacht kan zolang duren als jij wilt. Er zijn nachten met volle zonneschijn met 27º of hogere temperaturen. Het enige dat je hoeft te doen is heel eenvoudig. Laat die afspraken even liggen en gebruik de volle dag, jouw volle dag. Welkom in mijn wereld, welkom in jouw wereld. Welkom thuis...